3 augustus 2014

Rondreis door de VS etappe 6: San Francisco


woensdag 30 juli 2014

Na ons laatste avontuur in de natuur is de tijd gekomen om terug te keren naar de beschaving. Onze vlucht huiswaarts vertrekt vanuit San Francisco, maar dat wil niet zeggen dat we er meteen weer vandoor vliegen. Eerst spenderen we nog een paar heerlijke dagen in de stad zelf. We kijken er serieus naar uit.

Maar daar zijn we nog niet! Eerst moeten we nog onze kampplaats afbreken. We staan niet te laat op, ontbijten onder het geboomte en beginnen op te ruimen. Terwijl Cathy de bear box weer leeg maakt, ga ik de buren een voorstel doen: of ze onze tent willen adopteren. Eerst lijken ze niet happig, maar wanneer ik vertel dat we ze anders toch weggooien, zijn ze meteen geïnteresseerd. Ik haal onze spullen eruit en deponeer die in de auto, en wanneer ik mijn rug keer, blijkt de buurman al bezig met de tent af te breken. Als dat geen service is! We maken een kort praatje van het type “So, where are you from? Ooh Belgium, that’s far away! So how do you like it here? Great, great. We’re living closer by, only a four hour drive. Long? Nah, we’re used to that – America, land of the cars, right? Well, have a nice continuation of your trip!” 
Wanneer alles ten slotte is opgevouwen en weggeborgen, kunnen we aan de rit beginnen. 

We rijden het park weer uit, maar deze keer niet via de zuid-, maar via de westtoegang. Dat brengt ons op El Portal Road, vlakbij de plek waar de gelijknamige bosbrand is begonnen. De rook hangt weer dik in het dal, maar ook deze keer zien we geen vlammen. Wel zien we verschillende brandweerlui haastig van hun geparkeerde wagens de beboste hellingen in verdwijnen: een noodgeval ergens vlakbij? We besluiten er niet op te wachten. Voor ons liggen nog honderden kilometers weg. 1000 m afdalen naar de voet van de Sierra Nevada, dan Central Valley in de breedte door, en dan nog een laatste laag gebergte over alvorens we de stad in zicht krijgen. 

San Francisco kan op twee manieren bereikt worden vanuit het oosten: helemaal om San Francisco Bay heen, of over de Bay Bridge recht het centrum in, maar dan moet je wel tol betalen. Die blijkt 4 $ te bedragen, en dat hebben we er wel voor over. Bovendien blijkt de rit over de brug zijn geld dik waard te zijn: het uitzicht is formidabel. Het ene moment rij je nog door de buitenwijken van Oakland, het volgende dender je in twee verdiepingen (één in elke richting) over het zilveren water van de baai. Halverwege doorkruist de brug het eiland Yerba Buena, en dat mag je letterlijk nemen: het eiland is een grote rotsklomp die uit de baai oprijst, en de brug slaat er een tunnel los doorheen.

Bay Bridge bij nacht (rechtsonderaan een toefje bomen op het eiland Yerba Buena)
Bron: http://www.douglaspeckphotography.com

En dan: de stad zelf. Een kluitje wolkenkrabbers staat dicht tegen elkaar aangeschurkt vlakbij de plek waar de brug aan land komt, met erachter de sensueel golvende heuvels bedekt met laagbouw, en bespikkeld met groene lanen en grote, ruime parken. Maar daar zijn we nog niet, eerst moeten we nog het verkeer weten te trotseren! De snelweg telt vijf rijvakken, en de GPS doet weer dwaas: waar de bordjes zeggen dat we rechtdoor moeten, zegt-ie dat we de linkse afslag moeten nemen. Zodra we dat doen, beseft hij echter zijn fout, en begint hij nukkig de route te herberekenen. Maar dat geeft niet: we komen er zo wel, hebben we geleerd, en elke afwijking van de kortste route is een kans op ontdekkingen. Deze route gaat los door de stad heen, en dat zint ons wel. Zo kunnen we de stad nog één keer ervaren vanuit de wagen, voordat we ons trouwe karretje straks afgeven. Tussen glazen torens en neoklassieke monumenten rijden we naar het hotel, parkeren vlakbij en beginnen met het uitladen. Als alle vakjes en bakjes leeg zijn en de koffer er weer maagdelijk uitziet, slepen we onze overdaad aan bagage naar de hotellobby. We verblijven de komende drie nachten in hotel Cartwright Union Square, een hotel dat duidelijk al heel wat jaartjes heeft gezien, maar prachtig onderhouden en heel mooi ingericht is. Heel raar voor ons Europeanen: er is nergens een restaurant of ontbijtruimte te vinden. Kamers, een lobby, en dat is het. Eten zullen we buitenshuis moeten doen (niet dat we iets anders van plan waren). We droppen onze bagage af, en keren terug naar de auto, voor de laatste korte rit, en het afscheid.
Read More