Lofoten: een keten rotsige eilanden die als een hoorn uit het vasteland van noordelijk Noorwegen naar voren steekt, de punt diep in de Golfstroom geboord. Een machtige muur van graniet oprijzend uit de Atlantische Oceaan, begroeid met gras en weinig meer, de wateren errond wemelend van de vis. Bolwerk en springplank van Vikingen van weleer, bron van mythes en sagen, vandaag nog net zo onherbergzaam als duizend jaren geleden - Lofoten.
Ofwel: de Lynxpoot, want dat is wat de naam betekent in Oud-Noors: ló betekent lynx, fótr staat voor voet/poot. Voeg er een paar honderd jaar taalevolutie aan toe, en je krijgt Lofoten, met de uitgang en, wat het bepaalde lidwoord is in hedendaags Noors. "De" dus, in dit geval. Anders dan de naam doet vermoeden is Lofoten dus geen meervoud (er is niet zoiets als een Lofoot), en eigenlijk mag je zelfs niet spreken over "de" Lofoten, want dat lidwoord zit er al in! Je zegt immers ook niet "de La Esterella" of "de The Beatles". Gewoon Lofoten dus. Lekker kort van stof, een beetje zoals de Noren zelf.
De lynxpoot? hoor ik mensen denken. Wel ja. Vraag me niet waarom, maar ooit, in een lang en grijs verleden, toen de Vikingen nog heersten over dat deel van de wereld, moet het zuidelijkste "grote" eiland van Lofoten hebben geleken op de poot van een lynx. Ik heb het eiland zowel op kaart als vanop zee uitvoerig bekeken, en mij is geen gelijkenis opgevallen. Maar misschien ben ik gewoon niet zo vertrouwd met lynxpoten, wie zal het zeggen. Hoe het ook zij, terwijl de naam oorspronkelijk op slechts één eiland sloeg, is hij mettertijd overgegaan op de hele eilandketen. En dat maakt de cirkel rond: Lofoten, de enkelvoudige eilandketen.
Genoeg etymologie. Tijd voor wat reisverhaal, wat jij? Laat ik maar eens beginnen bij het begin: de reis naar het grote avontuur.
Vrijdag 9 augustus 2013
Gedragen door de vleugels van mijn geweldige lief kom ik rond 16:30 aan in de luchthaven, bepakt met 22 kg bagage (trekking- en dagrugzak samen). We parkeren de auto in de veel te dure parkeergarage, en zoeken ons een weg naar de Délifrance in de verre rechterhoek. Daar blijken Francis en Kristien al te staan wachten. Niet veel later dagen eerst Paul, en daarna ook Bassie en Griet op. De laatste twee hebben een grootmoedige drager opgetrommeld om het proviand te helpen dragen. Dat proviand is nodig aangezien we geen zin hebben om ons blauw te betalen aan eten en drank: de Noorse prijzen zijn zoals je vast weet bepaald niet van de poes. Om 9 dagen te overbruggen hebben Bassie en Griet dus maar liefst 50 kg voedsel samengesprokkeld, dat snel over onze bagagestukken verdeeld wordt. Een fronsende dame neemt onze wel erg zware bagage in ontvangst aan de incheckbalie, maar hoewel de meeste rugzakken nu aardig met de gewichtlimiet aan het flirten gaan, krijgen we geen commentaar. Er wordt afscheid genomen van de thuisblijvers, en we verdwijnen door de douanepoort. Lofoten, here we come!
Vliegen is spannend - de eerste paar keer dat je het doet. Luchtvaartheld Pappy Boyington schreef ooit "flying is hours of boredom sprinkled with moments of sheer terror", maar ik vermoed dat dat alleen opgaat voor beginnelingen en luchtmachtpiloten. Voor brave passagiers die al eens eerder het vliegtuig hebben genomen, wordt het al gauw het saaiste deel van de reis. Onze vlucht richting Oslo verliep dan ook rustig, en de tweede vlucht naar het noordelijke stadje Bodø was evenmin vermeldenswaardig.
We kwamen aan om halftwaalf 's nachts, en lieten ons rond middernacht in de jeugdherberg vlakbij de haven afzetten. Het holst van de nacht, denk je vast, maar niets is minder waar in het hoge noorden. Bodø ligt op 67°N, nét boven de poolcirkel dus. Op midzomer (21 juni) is het er dus de hele nacht licht, en al is dat gebeuren toch al weer 7 weken geleden op het moment dat wij in Bodø aankomen, toch merk je er nog duidelijk de sporen van. Gedurende ons hele verblijf zal het niet één keer volledig donker worden, een fenomeen dat lyrisch "witte nacht" wordt genoemd, al zijn ze in werkelijkheid eerder sprankelend blauw. Toen we die avond suf van de vlucht maar nog onvermoeid in de jeugdherberg aankwamen, maakten we dus van de gelegenheid gebruik om nog even de beentjes te strekken en het stadje te verkennen. Geen hond op straat natuurlijk, maar dat kon de pret niet drukken.
nog gauw even de schoenen aan voor een avondwandeling |
middernacht in Bodø: donkerder wordt het dus niet |
Ben je benieuwd naar de rest van het verslag? Klik dan hier.