27 augustus 2013

Lofoten 2013: geïmproviseerde cruise, en een eerste streepje doodsangst


Zaterdag 10 augustus 2013

Op tijd opgestaan vandaag, en ontbeten in de keuken van de jeugdherberg. Nadien met volle bepakking naar de ferryterminal gewandeld, een tochtje van nog geen 500 m, waar we al snel konden inschepen. Drie uur stoomden we over de ontzaglijke Vestfjord, de zee-engte tussen Lofoten en het vasteland. In het begin moest het schip zich nog een weg zoeken tussen de talloze eilandjes die in verschillende richels voor de kust lagen, de meeste weinig meer dan wat naakte rotsblokken in de zee, maar na een uur gaapte de zee in al haar eindeloosheid voor ons open. Ver, ver voor ons uit, als een donkere veeg aan de horizon, lag Lofoten. Tergend langzaam werd het groter in de middagzon.


bijna spiegelgladde zeeën

eilandjes ter grootte van je oma's veranda

de eerste blik op Moskenesøya (het eiland dat hoort te lijken op een lynxvoet)

Lofoten kent drie weertypes, wordt wel eens gezegd: (1) het regent, (2) het heeft juist geregend, en (3) het begint te regenen. We hadden ons dan ook voorbereid op een week nattigheid, maar tot ieders verbazing lag Moskenes te glinsteren in de zon. Het was niet warm, zó ver durfden de weergoden zich niet te wagen, maar in de zon was het best aangenaam. In feite was het zo heerlijk dat het bijna op een cruise begon te lijken. Een backpackerscruise? We scheepten uit en stapten in de taxi die op ons stond te wachten. Al wat nog restte was een taxirit van een halfuurtje naar de noordpunt van dit eiland, waar onze eerste hut al lag te wachten: Lydersen Rorbuer in Fredvang.

We hadden er al uren reistijd op zitten, maar desondanks was het nog geen 15:00 toen we in Fredvang aankwamen. Wij dus onze bagage op bed geploft, de wandelschoenen aangetrokken en meteen weer op pad, op naar het noorden om Mulstøa, de uiterste punt van dit eiland te gaan verkennen.


taxirit (rood) en wandeltocht (blauw). Klik hier voor een grotere kaart

Het terrein bij Fredvang is bijna vlak, met zelfs een moerasgebied waar rivieren zich kronkelend een weg naar zee zoeken door geel gras - het deed bijna weer aan die legendarische tocht in Hayden Valley. Maar dan, als je rondkijkt, zie je meteen rechts de eindeloze vlakte van de zee, en aan de linkerkant rijzen de bergen die het leeuwendeel van Lofoten uitmaken weer torenhoog op. We kuierden over de asfaltweg (de enige in deze hele vlakte) naar de bergrichel die zich op de tip van het eiland in de zee stort, en gingen  verder waar het pad ophield, met de berg links. Het pad voor ons was bezaaid met rotsblokken en mos. Terwijl de dames besloten meteen door te stoten naar Mulstøa, besloten wij o zo stoere venten naar boven te proberen klauteren. We wisten dat er bovenop die bergrichel een pad liep, en zo te zien bestond de helling voor het grootste deel uit gras en struikjes. Een makkie, toch?

minimoeras

het enige "wild" dat we op de eilanden zijn tegengekomen (en dan bedoel ik niet Paul)

een vlug klimmetje - zo moeilijk kan het toch niet zijn?

het besef begint te dagen dat dit echt, écht geen goed idee is...

Het duurde misschien een halfuur, misschien zelfs langer voor we begonnen te beseffen dat de klim naar de top zo niet onmogelijk, dan toch levensgevaarlijk was. Anders dan hellingen die door rivieren zijn uitgesleten, worden gletsjerhellingen immers steeds steiler naar de top toe. Elke meter die we klommen, betekende dat de volgende lastiger zou worden. Na verloop van tijd moesten we ons bij elke stap optrekken aan gras en struiken, terwijl de wand alsmaar steiler boven ons oprees. Het duurde even, maar uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat we ons idiote idee moesten opgeven. Terugkeren naar de begane grond was de enige zinnige zet, maar hoe? We hadden er een halfuur over gedaan om hier te geraken - zou een afdaling niet nog veel moeilijker zijn? We ploeterden voort, vooral zijwaarts nu in de hoop het pad naar de top te vinden, maar al na een paar minuten werd duidelijk dat dat veel te ver hier vandaan was. En dus hadden we geen andere keus dan te beginnen afdalen, klauterend door de droge bedding van een stortbeek, tot we half schuivend, half vallend een grazige helling wisten af te dalen.

Toen we eindelijk weer veilig met beide voetjes op de grond stonden, besloten we dan toch maar de dames te gaan opzoeken. We kwamen ze halverwege tegen - zij waren al aan het terugkeren. Met z'n vieren gingen we verder aan de voet van de bergrichel, die zijn diepe schaduwen al ver over het water begon te werpen.  Hier en daar passeerden we de stenen fundamenten van oude vissershuisjes, de rest al lang geleden onder de golven verdwenen. Na nog een halfuur klauteren over rotsblokken bereikten we de plaats waar de bergwand het eindelijk voor bekeken hield. We sloegen de hoek om... en baadden opeens weer in het zalige zonlicht.

Paul geniet van het landschap bij Mulstøa

Aan de overkant van de fjord ligt Flakstadøya, het tweede eiland dat we op onze reis zullen aandoen
Wanneer we die avond moe en voldaan weer in de hut aankomen, zitten de dames al met een neutje porto (helemaal uit België meegezeuld!) op het balkon van het landschap te genieten. We beginnen samen aan het avondmaal (oplospuree gemaakt met melkpoeder en water, en balletjes in tomatensaus uit blik), en blijven daarna nog een hele tijd mijmerend over het water uitkijken, terwijl de machtige rotswanden aan de overzijde steeds rossiger beginnen te gloeien in de ondergaande zon.

zonsondergang op Lofoten - neem gerust je tijd, de zon doet er uren over om achter de horizon te verdwijnen, en zorgt voor een eindeloos veranderend spektakel

Ben je benieuwd naar de rest van het verslag? Klik dan hier.