Oké, het is even stil geweest op dit front, vooral omdat ik het lekker druk gehad heb de laatste tijd: werk, een reisje naar Madeira (waarover
later meer nieuws) en een heleboel persoonlijke projectjes waarover ik misschien in de toekomst nog wel vertel. Gelukkig is alles intussen een beetje op zijn plooi gekomen, zodat ik er weer stevig bloggewijs in kan vliegen.
Hoewel ik de laatste maand niet meer heb geblogd, is er wel nog zo nu en dan tijd geweest om bestaande blogposts te herlezen en kleine foutjes eruit te halen. Bij dat herlezen heb ik één ding geleerd over mezelf:
ik moet beslist wat minder breedsprakerig worden. Mijn vorige Lofotenverslagen waren bijvoorbeeld vast wel enigszins boeiend, maar de kans dat iemand ze volledig heeft doorgelezen lijkt me miniem tot onbestaande. En dus heb ik me de ambitie gesteld om vanaf nu korter en krachtiger te gaan schrijven, met lekker veel foto's en niet teveel blabla. Of me dat ook, lukt, zal de toekomst uitwijzen. Hieronder alvast een eerste poging:
Donderdag 15 augustus
Vandaag vroeg opgestaan, want na de rustdag van gisteren vliegen we er vandaag weer volle petrol in. Op het programma: een beklimming van de hoogste top van de zuidelijke Lofoten. Of toch de heren, de dames doen het wat rustiger aan en vergezellen ons maar tot aan de eerste top, en trekken daarna zuidwaarts naar de kust. We laten ons door de ferry afzetten aan de 's zomers werkloze waterkrachtcentrale aan het eind van de Forsfjorden, een bruine steenklomp op de grens van vochtige, groene wildernis en diep, zinderend blauw water.
Per fiets naar de ferryhaven (geel), met de boot naar Forsfjorden Power Station (rood) en dan de lange trek naar de top van de Hermannsdalstinden (blauw). Klik hier voor een grotere kaart
|
het kerkje van Reine in de ochtend |
|
De Reinefjord |
|
blauwe en grijze luchten wisselen elkaar af, maar gelukkig is de temperatuur aangenaam |
Terwijl de ferry zacht brommend verdwijnt, daalt een diepe stilte over ons neer.
Hier staan we dan, mijlenver van de beschaving. Dit is namelijk geen reguliere ferryhalte: je kan er afgezet worden, maar niet meer opgepikt. Rondom ons niets dan weelderige natuur, spiegelend water en de massieve klomp van de krachtcentrale. Even lijkt er zelfs geen spoor van een pad te zijn, maar dat blijkt achter het gebouw te liggen, beginnend in de schaduw van een enorme stalen buis die recht omhoog de helling op schiet: langs hier loopt in de lente vast het smeltwater naar de centrale.
|
een pad? Welk pad? |
|
het pad: een rode stip op een rotsblok hoog boven je toont waar je heen moet klauteren. Francis vangt je wel op als er iets misgaat |
|
bijna boven |
|
groepsfoto! |
Na een hele beklimming komen we bij een eerste pas, zo'n 120m boven de zeespiegel. Achter ons ligt de peilloze diepte van de fjord, maar voor ons begint geen nieuw dal - daar ligt
een meer, de donkere wateren rimpelend in de bergwind. Je hebt niet veel verbeelding nodig om je voor te stellen hoe het er hier in de lente moet uitzien, wanneer het waterpeil zo hoog staat dat het meer over de pas stroomt als een te volle badkuip, met een machtige waterval naar de fjord tot gevolg.
|
het meer (rechts) en de fjord 120 m lager (links) |
Na een korte pauze volgt de tweede klim, naar de eerste echte (heuvel)top. Tot onze verbazing lijkt hier
zowaar een echt pad te liggen, al is het nog steeds nauwelijks twee voetjes breed en werpt het zich als een krankzinnige recht omhoog de helling op. Slingeren is voor mietjes, denken ze hier!
|
zomaar een foto van het pad |
We bereiken de top rond de middag, en gooien de rugzakken af: tijd voor de lunch! Gezeten op wat rotsen maken we onze
boterhammetjes met een geweldig uitzicht voor ons. Na de lunch volgt het afscheid: de dames gaan verder naar de kust, onze bestemming ligt de andere kant uit: de top van de Hermannsdalstinden (1027 m). Voor we aan de klim beginnen, zetten we eerst onze tent op, en laten alles achter wat we niet nodig gaan hebben.
|
de ronde kruin van de Hermannsdalstinden |
|
Bassie kiest alweer een prachtig heroïsche pose |
|
eindelijk op de top, en wat vinden we daar: gorilla's in de mist... |
Jawel, heel de beklimming lang hadden we zon, maar
nu we bij de top komen, blijkt die gehuld te zijn in een dichte, ijskoude wolk. Overal om ons heen gaapt de diepte, maar al wat wij zien is... mist. We proberen even te blijven wachten in de hoop dat de wolken wegtrekken, maar als dat na een halfuur nog niet is gebeurd, besluiten we lagere regionen op te zoeken: het is té koud hier, en we willen geen zotte risico's nemen.
|
een eindje onder de top prik je weer door de onderbuik van de wolken heen, en krijg je alvast iets te zien |
We wachten, schuilend voor de kille wind en hopend op wat zon. Terwijl de laatste wolkenfranjes nog aan het optrekken zijn, zien we een heel eind naar rechts plots één, dan twee en tot slot drie rode jasjes opduiken: drie avonturiers die het pad te makkelijk vonden, en dan maar besloten een heel eigen route naar de top te vinden:
|
een van de avonturiers afstekend tegen de witte wolken |
Wanneer ook de laatste wolken zijn geweken, besluiten we
opnieuw de klim naar de top te wagen. En deze keer, vrienden, worden we vergast op een machtig spektakel:
|
terug omhoog dan maar |
|
groepsfoto op de top, genomen door de drie roodjassen: drie Oostenrijkers die wel wat stevigers gewend zijn dan dit. |
De afdaling verloopt heel wat vlotter, zoals dat met afdalen gaat, maar we raken in de puinhelling onder de top verschillende keren het pad kwijt. De uitzichten zijn echter van een verpletterende schoonheid.
|
de puinhelling: elke stap kan een struikelpartij en een gebroken nek betekenen, dus je rent best niet lekker door hier |
|
ook nu is een normaal pad blijkbaar te seutig: afdalen doe je met handen en voeten |
Een betoverend mooie afsluiter
Wanneer we 's avonds bij onze tent aankomen, zijn we een onvergetelijke ervaring rijker. Het koelt flink af nu de wolken zijn geweken, en dus trekken we gauw een warme trui aan alvorens aan het avondmaal te beginnen. Het is muisstil hier, de enige geluiden zijn onze stemmen, en het zachte lispelen van de wind. Boven ons welft een koepel van het diepste azuur, getooid met de eerste twinkelende sterren, en om ons heen gaan de bergen, meren en fjorden van dit prachtige land zich te buiten aan een eindeloze, adembenemende zonsondergang.
|
bergen, meren en fjorden werken samen voor een van de mooiste zonsondergangen die ik ooit heb gezien |
Ben je benieuwd naar de rest van het verslag? Klik dan hier.