12 oktober 2021

De Val van de Muur in de kop van een kind

Ik ben een boek aan het lezen. Op zich is dat weinig bijzonder  ik ben altijd wel bezig in een boek, maar deze keer werd er een oude, roestige maar nog steeds levendige herinnering losgemaakt uit mijn kaas-met-gaatjesgeheugen. Een herinnering over de Val van de Berlijnse Muur, en mijn opa die zat te joelen naar de tv ...
Het derde boek uit Folletts Century-trilogie

Het boek in kwestie heet Edge of Eternity (Kou uit het oosten in de Nederlandse uitgave), het derde boek in de Century-trilogie van Ken Follett. In die trilogie neemt hij zowat de hele twintigste eeuw onder de loep. Het eerste boek behandelt de opzet en het verloop van WOI, het tweede boek bekijkt WOII en het derde boek, dat ik dus nu aan het lezen ben, dekt de Koude Oorlog. "Saaaai!" hoor ik je roepen, maar dat is het allerminst. Doorheen de trilogie volg je een reeks heel gewone mensen die van alles meemaken, waarbij deze drie grote oorlogen (twee warm, eentje koud) soms heel fel op de voorgrond treden, en soms louter als decor dienstdoen. Tegelijk ontdek je de grote sociale omwentelingen van die bewogen eeuw. Het is razend interessant allemaal, en het feit dat het zo recente geschiedenis is,  maakt het misschien nog wel pakkender. Ik heb mensen gekend die al deze gebeurtenissen zelf hebben meegemaakt: Mijn overgrootmoeder (mijn moeders vaders moeder) was acht jaar toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, en heeft mij er destijds nog van verteld. Mijn grootouders hebben als kind de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. Mijn ouders hebben de Koude Oorlog beleefd, en zelfs ik heb er het laatste staartje van meegemaakt, hoewel ik daar geen enkele herinnering aan heb. Of toch. Eentje. En over die herinnering gaat het natuurlijk vandaag.

     
  Twee manieren om de Koude Oorlog te zien: werd het knullige Westen bedreigd door de woeste beer van Sovjet-Rusland? Of was het arme Sovjetregime omsingeld door de ijzeren alliantie van Westerse staten?  

De fluïditeit van herinneringen

Eerst maar even wat dingen uiteen zetten, zodat we zeker zijn dat we geen foutieve aannamen maken. Herinneringen hebben de neiging om te vervagen, te groeien, te evolueren en te muteren. Hoe ouder de herinnering, hoe meer je ervan moet uitgaan dat die mettertijd is aangevuld, opgepoetst, bijgewerkt met extra informatie. Deze specifieke herinnering dateert van mijn vroege kindertijd, en ik heb ze sindsdien al verschillende malen zien passeren in mijn hoofd. Ik heb herinneringen aan momenten waarop ik me deze herinnering herinnerde – zo wordt het al snel een boeltje natuurlijk. Daar komt nog bij dat het geen herinnering is die dobbert in de tijd, zonder ankerpunten met de wereldgebeurtenissen, waardoor die zonder vervuild te worden door nieuwe kennis heeft kunnen voortbestaan. Deze herinnering is net over een héél specifiek moment in onze recente geschiedenis, waar heel wat over geweten is en dat op school wordt onderwezen. De eerste keer dat ik in de les over de Val van de Muur leerde, kwam dit moment uit mijn vroege kindertijd meteen weer bovendrijven. De herinnering gaat over mijn grootvader, doorgaans een rustige, doodbrave vent, die ik één keer heel opgewonden heb gezien. 

De herinnering in kwestie

Gezien het fluïde karakter van herinneringen, is het van het grootste belang om alle elementen die eventueel achteraf kunnen zijn toegevoegd, er weer minutieus af te peuteren. Daarmee blijft er eigenlijk maar heel weinig over, maar wát er overblijft, daar kunnen we best wel wat mee doen:

Het is avond. Het is donker buiten, we zijn in de veranda aan het spelen. Ik weet niet wie die "we" precies was, maar ik was niet alleen. Oma zit aan de keukentafel, opa zit in de woonkamer tv te kijken. Ik meen me te herinneren dat er nog andere volwassenen aanwezig zijn ook. Opeens een kreet! De stem van mijn grootvader. Gealarmeerd rennen we via de keuken naar de woonkamer, op de hielen gezeten door mijn oma. Opa zit op het puntje van zijn fauteuil naar tv te wijzen en roept de hele tijd dingen die ik niet begrijp. Eén zin zal me bijblijven, iets over het vallen van een muur. Ik herinner me nog dat ik naar de muur achter de tv keek, bang dat het huis zou instorten, maar daar was niks te zien. Oef! Op tv zag ik een mensenmenigte en een wand beklad met graffiti. Die scène wist me niet lang te bekoren, dus al snel zat ik weer vrolijk te spelen in de veranda. 
Einde herinnering.
Oké, dat is al iets. Het lijkt alsof ik me inderdaad een nieuwsbericht herinner over de Val van de Muur, en meer bepaald de manier waarop mijn opa op dat nieuws reageerde. Maar voor we kijken of dat echt mogelijk is, moeten we die monumentale gebeurtenis eerst een beetje kaderen.

Hoe het echt is gegaan

In 1985 komt Michail Gorbatsjov aan de macht in Vadertje Rusland. Hij zal de geschiedenis ingaan als de laatste president van de Sovjet-Unie. Al een poosje was er onrust in de verschillende Sovjetrepublieken, en Gorbatsjov begint met een nieuwe politiek, met het oog op een einde aan de Koude Oorlog (dat zou hij krijgen ook, maar niet op de manier die hij verwachtte). Met het oog op een verzachting van de spanningen tussen Oost en West begint hij de ijzeren greep van Rusland op Oost-Europa stilletjesaan te lossen. Die Oost-Europese regimes zijn echter stuk voor stuk communistische dictaturen, en met het wegvallen van de Russische invloed begint de bevolking zich te roeren: zij snakken naar vrijheid, maar de communistische partijen hebben zelfs met het wegebben van de Russische invloed nog steeds alle touwtjes in handen. De burgers zijn het beu aan het geraken, de druk op de regering stijgt, en nergens zo fel als in de Duitse Democratische Republiek (de DDR, of in de volksmond Oost-Duitsland);

Gorbatsjov met zijn bekende wijnvlek
In 1989 komt alles in een stroomversnelling. In juni van dat jaar slagen de Polen erin om voor de eerste keer weer gedeeltelijk vrije verkiezingen af te dwingen. Dat eindigt in een geweldige vernedering van de Poolse communistische partij PZPR: zij eindigt met één zetel tegenover de 161 zetels van oppositiepartij Solidarność. Dankzij een absurde kieswet krijgt de PZPR er echter 172 stemmen bij, en komen ze alsnog als winnnaar uit de bus. Hoewel bijna niemand voor hen heeft gestemd;

Solidarność komt massaal op straat
In augustus wordt de grens tussen Hongarije en Oostenrijk voor een paar uur opengezet voor de zogeheten Pan-Europese picknick: in theorie biedt dit burgers van beide zijden van het IJzeren Gordijn de kans om gezellig wat tijd samen door te brengen, maar in praktijk leidt deze kortstondige opening van de grens tot een vlucht van liefst 600 DDR-burgers naar het Westen. Datzelfde jaar nog wordt de Oostenrijks-Hongaarse grens definitief geopend, waarop een gigantische vluchtelingenstroom op gang komt, van de DDR via Tsjechië en Hongarije naar Oostenrijk en West-Duitsland. Een machtsblok waar de burgers massaal van vluchten doet vast wel iets verkeerd, zou ik dan denken, en vanuit geen enkel Oost-Europees land is de vlucht zo groot als vanuit de DDR;

Hongaarse grenswachten hadden het zo druk dat ze moesten kiezen waar ze hun aandacht aan gaven... en kozen ervoor om vooral Oostenrijkers te controleren die naar Hongarije wilden...
In september ontstaat er na een maandagmisviering in Leipzig een spontane betoging met liefst zesduizend deelnemers, volkomen ongezien in de DDR. Deze verloopt echter volkomen vreedzaam, waardoor de Stasi, die nochtans massaal aanwezig is, niet de kans ziet om in te grijpen. De week erna wordt de manifestatie na de mis herhaald, ditmaal nemen zo'n 20.000 mensen deel. De week erna volgt een betoging met liefst 100.000 deelnemers, en dat groeit tot 300.000 de week erop. Tegen dan is duidelijk dat deze betoging de macht van het communistische regime in de DDR kan ondermijnen, maar is ze al zó groot geworden dat de Stasi ze niet meer kan stoppen zonder een bloedbad aan te richten. De betoging slaat over naar andere steden. Het vat op de snelkookpan van de DDR begint te trillen, de stoom ontsnapt langs alle kieren, het kan niet lang meer duren nu;

Massale opkomst tijdens de maandagbetogingen in Leipzig
Op 6 november kondigt de DDR versoepelingen aan van de reisbeperkingen. Die versoepelingen zijn echter voornamelijk cosmetisch van aard, veel te vaag verwoord en dus aan interpretatie onderhevig. De Oost-Duitse bevolking protesteert massaal, een woedende menigte Oost-Duitsers bestormt de West-Duiste ambassade in Praag (het enige communistische land waar Oost-Duitsers vrij heen kunnen reizen). Het zorgt voor een rel met Tsjechië dat ermee dreigt om de grens met Oost-Duitsland weer te sluiten, wat de boel helemáál zou doen overkoken, en dus gaat de Oost-Duitse overheid in zeven haasten aan het werk om de wet te herschrijven.

De bestorming van de West-Duitse ambassade in Praag

En dat brengt ons bij de bewuste persconferentie op 9 november 1989, waar Günter Schabowski, woordvoerder van de Oost-Duitse regering, zich tot de verzamelde pers richt met nieuws over het nieuwe wetsontwerp. Let wel: de nieuwe wet is op dat moment nog niet volledig uitgewerkt, de discussies zijn nog gaande. Schabowski's job is om de bevolking te sussen met het nieuws dat verandering op til is, niets meer. Er is echter één probleem: Schabowski is niet betrokken bij de discussies, en krijgt dus op het laatste moment een nota in de hand gedrukt waarop in enkele paragrafen de stand van zaken staat. Er staat echter niet in wat Schabowski met die informatie moet doen.

Schabowski, tweede van rechts, tijdens de roemruchte persconferentie

Om 18:53 is de persconferentie zo'n beetje voltooid, en de vragenronde is aangebroken. Schabowski heeft zich totnogtoe flink staande gehouden, hij is dan ook een meester in zijn vak. Maar hij beschikt over zeer beperkte informatie en dat beseft hij ook. Een van de journalisten vraagt of de ontwerpwet van drie dagen eerder, die de Oost-Duitsers zo woedend heeft gemaakt, een vergissing was. Schabowski geeft eerst een nogal onsamenhangend antwoord, herinnert zich vervolgens zijn briefje en brengt de informatie die erop staat in eigen woorden: vanaf nu zouden Oost-Duitsers eenvoudig toestemming kunnen aanvragen om naar het buitenland te reizen zonder aan een hele rist voorwaarden te voldoen, én ook permanente emigratie zou worden toegestaan. Er ontstaat commotie in de zaal, vragen vliegen door de lucht. Schabowski is uit evenwicht gebracht maar stoomt door, en begint gewoon de tekst van de nota voor te lezen. Een andere journalist onderbreekt hem met de vraag wanneer deze nieuwe maatregelen in zullen treden, en dan begaat Schabowski die ene fatale vergissing. Hij aarzelt, knippert een paar keer met de ogen, frunnikt met het briefje en antwoordt vervolgens: 

"voor zover ik weet treedt dat... is dat onmiddelijk... zonder vertraging."

Naast Schabowski zit de minister voor buitenlandse handel, Gerhard Beil. Die probeert nog bij te sturen door te melden dat het aan de Ministerraad is om het tijdstip van invoegetreding te bepalen maar Schabowski, die intussen naar strohalmen aan het grijpen is (hij ziet zijn carrière als overheidswoordvoerder met de seconde wegglippen, en voelt al een bezoek van de Stasi komen), leest opnieuw de eerste paragraaf van zijn briefje, die stelt dat de regel in voege is totdat een wet hieromtrent door de Volkskammer zal worden geratificeerd. Stel je de absolute verbijstering in de zaal voor. Iedereen mag reizen? En wel nu meteen? Een van de journalisten schreeuwt boven het kabaal de vraag of dit ook van toepassing is op de grensovergangen met West-Berlijn, en Schabowski haalt de schouders op, het zweet op zijn voorhoofd, en bevestigt. Zo staat het tenslotte in zijn briefje. Een journalist van de Daily Telegraph vraagt nog wat dit betekent voor de Berlijnse Muur, maar Schabowski kan niets zinnigs meer uitbrengen. Hij stamelt iets over de algemene ontwapening en om precies 19:00 staat hij op en verklaart hij de persconferentie voor gesloten. 

Maar het is pas begonnen. Het nieuws gaat als een lopend vuurtje rond: de grenzen zijn geopend! Met onmiddellijke ingang!! De communistische media regeren traag, geschokt, maar de westerse media (die ook door Oost-Duitsers gevolgd worden) verspreiden het nieuws razendsnel. Massa's Oost-Duitsers én West-Duitsers begeven zich naar de verschillende grensovergangen. De Oost-Duitse grenswachten zien zich overspoeld. Een tijdlang proberen ze de vloedgolf aan mensen nog te weerstaan, maar al snel wordt duidelijk dat ze de menigte enkel nog kunnen tegenhouden met bruut geweld... En niemand weet of dat zelfs nog moet, want iederéén heeft intussen natuurlijk van de persconferentie gehoord. De commandant van de grensovergang in de Bornholmer Strasse is de eerste die toegeeft: om kwart voor elf 's avonds, na uren de menigte op afstand te hebben gehouden, geeft hij het bevel om de grensovergang te openen. En dan is het tij niet meer te stoppen. Massa's Oost-Berlijners spoelen West-Berlijn binnen, waar ze door de lokale bevolking worden onthaald met bloemen en champagne. Er wordt gefeest, gezongen, gedanst. Al snel beginnen mensen de muur te beklimmen. Een ontzaglijke, wereldwijde omwenteling is in gang gezet, en allemaal dankzij een slecht geïnformeerde woordvoerder op een haastig bijeen geroepen persconferentie. 

De grensovergang in de Bornholmer Strasse wordt overspoeld

Het legendarische beeld: een hele mensenmassa beklimt de Muur

En dan nu de vraag van één miljoen

Zou het kunnen dat ik de Val van de Muur effectief bewust heb meegemaakt als vijfjarige snotter? Of heb ik sindsdien een onbenullig momentje uit mijn kindertijd opgesmukt met latere toevoegsels en daar betekenis aan gegeven die er niets mee te maken heeft? Beide zijn mogelijk, ik moet mezelf niets wijsmaken. Maar ik probeer nog even om de herinnering in het malletje te laten passen. Een paar feiten:
 
  • Op de dag van de Val van de Muur was ik precies 5 jaar en tien maanden oud (ik zat in de derde kleuterklas bij juffrouw Ingrid, het lieve mens!), oud genoeg dus om samenhangende herinneringen aan te maken. 
  • 9 november was een donderdag. Op weekavonden ging ik na school altijd naar mijn grootouders, dus dat kan kloppen. 
  • Maar er is een probleem: Schabowski's persconferentie was pas gedaan om 19:00, en tegen dan zou ik allang door mijn moeder zijn opgepikt. Misschien hadden mijn ouders die dag toevallig nog iets te doen 's avonds en moest ik later blijven? Dat kan, maar het is onwaarschijnlijk.
  • Erger nog: pas om 22:45 werd de eerste grensovergang geopend, dus die wereldberoemde taferelen van mensen die dansen en feesten met de Muur op de achtergrond, die ik me meen te herinneren, kunnen ten vroegste op dat uur op de tv zijn getoond (en waarschijnlijk pas veel later). Tegen die tijd lag ik natuurlijk allang in mijn bedje.
  • Bovendien herinner ik me meerdere mensen in het huis, en dat gebeurde zelden op donderdag... 

Maar wel op vrijdag. Vrijdag was jarenlang de avond waarop een heel deel van onze grote familie naar het huis van mijn grootouders afzakte: nonkels, tantes, neven en nichten... een heerlijk zotte bende. Man, vrijdagavonden gloeien in mijn herinnering. Dan werd er voor de hele bende iets te eten voorzien, gingen koffie, biertjes en frisdrank rond, zaten de grote mensen te lachen en plezier te maken in de keuken en de zithoek in de veranda en speelden de kinderen in de veranda tot lang na slaaptijd. De woonkamer was een eiland van rust bestierd door mijn opa, en enkel wie stil was (en bereid was om naar zijn programma te kijken) mocht er binnen. 

Conclusie

Mijn vermoeden? Ik ben gaan denken dat mijn herinnering accuraat is, inclusief de opwinding van mijn grootvader, maar dat die zich niet op de avond van 9 november afspeelde. Dat ik die bewuste dag gewoon rond vijven door mijn moeder ben opgepikt, en de hele situatie rond de muur compleet aan me voorbij is gegaan. Toch op het moment zelf. Mijn vermoeden is echter dat de familie op vrijdag 10 november samenkwam in het huis van mijn grootouders, en dat mijn opa in zijn eentje naar het journaal van zeven uur zat te kijken in de woonkamer terwijl de rest van de familie zijn gezellig drukke, chaotische zelf aan het wezen was. Ook op dat uur was het al donker (de zon ging die dag om 17:02 onder), een detail dat ik me duidelijk herinner. 

Mijn grootvader had tegen dan ongetwijfeld al van de gebeurtenissen bij de Muur gehoord op de radio, misschien had hij er ook over gelezen in de krant, maar het kan best dat hij pas in het avondjournaal van 10 november voor het eerst de beelden zag. Hij werkte nog toen, dus de kans is klein dat hij het middagjournaal heeft kunnen meepikken. En dat hij zo opgewonden was? Zelfs ruim 30 jaar na datum zijn de beelden van de Val van de Muur ontroerend. Stel je voor hoe het moet hebben gevoeld voor iemand die kind was tijdens Wereldoorlog II en zijn hele volwassen leven de Koude Oorlog heeft meegemaakt, en dan getuige is van zo'n spektakel. Geen wonder dat mijn opa het uitschreeuwde van opwinding.

Niet dat de vijfjarige ik daar iets van begreep. Die rolde gewoon met de ogen en ging lekker verder spelen. 

1 opmerking:

Een opmerking bij deze post? Laat het me weten!